Provinciale dienstauto reed zo'n 150 keer de aarde rond

De gedeputeerden van Friesland en Gelderland maken de meeste kilometers met de dienstauto: een miljoen in de afgelopen vier jaar. Het zuinigst waren de bestuurders van Flevoland met een totaal van 258.000 kilometer. Bij elkaar reden de provinciebestuurders meer dan zes miljoen kilometer, blijkt uit onderzoek van de regionale omroepen en de NOS.

De omroepen vroegen bij de provincies op hoeveel ritten en kilometers worden gereden met de dienstauto’s van de gedeputeerden en de commissaris van de koning. Negen provincies gaven antwoord. Noord-Holland, Overijssel en Drenthe weigerden om inzage te geven.

Uit de gegevens blijken grote verschillen.

Dienstauto's

Om te beginnen het aantal dienstauto’s. Limburg heeft er zeven en is daarmee koploper. Vier provincies beschikken over vijf dienstauto’s, de rest heeft er minder. In Flevoland bijvoorbeeld worden twee auto’s gedeeld door de commissaris van de koning en vier gedeputeerden.

Zij reden in vier jaar samen ruim 258.000, een jaargemiddelde van ruim 64.600 km, per auto slechts 32.300 km.

Taxi's

In Zuid-Holland heeft alleen de commissaris van de koning een dienstauto. Alle andere gedeputeerden reizen met taxi’s. Begrijpelijk, want voor politiek overleg hoeft men vanuit Den Haag meestal niet ver te reizen.

Het aantal ritten ligt met 6.164 niet ver boven het aantal ritten dat door anderen met dienstauto’s wordt verreden. De provincie heeft overigens nog wel negentien auto’s beschikbaar voor vervoer van ambtenaren.

Verbruik

Het verbruik per auto was het grootst in het centraal gelegen Utrecht. Elke dienstauto rijdt daar gemiddeld 52.000 kilometer per jaar. Utrecht gebruikt drie auto’s voor het vervoer van de commissaris van de koning, vier gedeputeerden en twee directieleden en lijkt zodoende het meest economisch met zijn dienstauto’s om te gaan.

Het laagste gemiddelde autogebruik komt voor rekening van Limburg: 24.600 kilometer per auto per jaar.

Ritten

Zeeland en Limburg springen er uit met het aantal ritten: respectievelijk 17.246 en 14.602 in vier jaar, waar de meeste andere provincies meestal rond de 5000 ritten per jaar zitten. Het gaat vermoedelijk om veel korte ritten, want deze provincies hebben niet uitzonderlijk veel kilometers op de teller staan.