Wat is de betekenis van Kalfaten?

(16e eeuw) (< Ital. calfatare?) (oorspr. scheepsterm, thans inf.) herstellen, oplappen. Reeds opgetekend door de Zuid-Nederlandse taalgeleerde Cornelis Kiliaan. In een hedendaagse toepassing: "De dokter heeft hem kunnen kalefaten." Een ander voorbeeld: “zijn gebrekkig Engels kalefaten”. • Wy schepten daer een groot vermaeck, end...

Kalfaten - ook kalefaten, het waterdicht maken van naden. → Breeuwen.

(kalfaatte, heeft gekalfaat), (in spreekt. kal(l)efaten), 1. breeuwen, (scheeps)naden dichten met werk en teer; 2. herstellen, opknappen, oplappen: een oud gebouw wat kalefaten; (gemeenz.) de dokter heeft de zieke weer wat weten te kalfaten; 3. prutsen, knutselen.

(Kalefaten), z Breeuwen.

kalfaatte, h. gekalfaat (Fr. calfater, oorspr. Arab.: 1 breeuwen, dichtmaken der naden met werk en pik; mijnwezen: dichtzetten van de naden in hout, verg. k o k e n; 2 fig. in orde brengen):1 het schip werd op de werf gekalfaat; 2 laat mij dit kalfaten; ook: kalfateren, kalfaterde, h. gekalfaterd; ook, k a l e f a t e r e n.

→ Breeuwen.

(kal'fa:tən) (kalfaatte, heeft gekalfaat) [Ar.] 1. scheepsnaden dichten met werk en teer. Syn.breeuwen. 2. in orde brengen : laat mij dat maar -. 3. opknappen : de dokter heeft de zieke weer wat weten te -.

KALFATEN, (kalfaatte, heeft gekalfaat), breeuwen, scheepsnaden dichten met werk en teer; — in orde brengen, herstellen, opknappen: laat mij dat maar kalfaten; — (gemeenz.) de dokter heeft den zieke weer wat weten te kalfaten.

Kalfaten (Het) of breeuwen van een schip is het aanvullen der naden tusschen de de den met werk, dat er met een breeuwijzer vast ingeslagen wordt, en daarna het digtmaken met gesmolten pik. Bij horizontale naden wordt het pik er met een lepel ingegoten, bij de overige met pikkwasten ingestreken. De lijfnaden en die van de buitenhuid worden voorts g...