Dat is reden voor de vakbond om de overheid op te roepen haast te maken met regelingen die eerder stoppen met werk mogelijk maken. "Als we niets doen, dreigt straks een grote uitval van honderdduizenden mensen die hun pensioen niet redden", zegt Patrick Fey, vicevoorzitter CNV en pensioenonderhandelaar.
Fey wijst erop dat in het pensioenakkoord van 2019 de sociale partners de RVU (Regeling Vervroegd Uittreden) overeenkwamen. Maar 63 procent van de ondervraagden vindt het nettobedrag (1.200 euro per maand) dat ze overhouden om zo vroegtijdig te stoppen te laag. Ruim de helft (55 procent) geeft bovendien aan dat hun werkgevers terughoudend zijn om mensen eerder met pensioen te sturen.
Een kwart van de ondervraagde leden wil graag overstappen naar een baan met minder zwaar werk, maar de helft van hen zegt dat de werkgever daaraan niet wil meewerken. Volgens 77 procent zou er bovendien geen mogelijkheid zijn zich om te scholen naar andersoortig werk.
Werknemers 'klem' in een zware baan
"Veel werkenden zitten klem in een te zware baan. Ze redden het niet tot hun pensioenleeftijd, maar kunnen ook niet overstappen naar minder zwaar werk. Veel werknemers boven de vijftig jaar hebben een schat aan ervaring en zijn van grote waarde voor een bedrijf. Het is zonde als deze groep te vroeg uitvalt na een leven lang hard werken", stelt Fey.
Twee derde van de ondervraagden vindt dat mensen met pensioen moeten kunnen gaan na 45 jaar te hebben gewerkt. Fey: "Eerder stelden de sociale partners dit ook voor. De minister voelt daar niets voor. Het zou onuitvoerbaar en onbetaalbaar zijn. Maar met deze cijfers is een oplossing voor deze problematiek onontkoombaar."
De vicevoorzitter haalt aan dat in België de minister van Pensioen voorstelt om na 42 jaar werken, op zestigjarige leeftijd, met pensioen te gaan. "Wat in Nederland onuitvoerbaar en onbetaalbaar is, kan in België blijkbaar wel. Het zou mooi zijn als Nederland het voorbeeld van België volgt en werkenden een fatsoenlijke oude dag gunt."