De bevlogen bariton Wessel Wirken is een veelzijdig zanger binnen opera-, lied- en oratoriumrepertoire. Als kind zong Wessel voortdurend en stond hij het liefste op het toneel; de adrenaline van het toneel werkte verslavend en leidde hem uiteindelijk naar het conservatorium.

Momenteel studeert Wessel aan de Dutch National Opera Academy (DNOA) met zanglessen bij Henk Neven, bij wie hij recentelijk een Master of Music aan Codarts Rotterdam afrondde. Eerder studeerde hij Muziektheater Klassiek aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg met zanglessen van Harry Ruijl en Sinan Vural en spellessen van o.a. Marc Krone en Brigitte Odett. Deze opleiding omvatte twee hoofdvakken (zowel zang als spel) waardoor hij zich ook als acteur en maker met een sterk theatraal inzicht ontwikkelde. Door de jaren heen volgde hij masterclasses bij o.a. Margreet Honig, Floris Visser, Ed Spanjaard, Elsina Jansen en Monique Wagemakers en in 2020 won hij de derde prijs in zijn regio bij het Prinses Christina Concours.

Wessel was de afgelopen jaren al te zien in verschillende producties van Opera Spanga en Opera op Zak, soleerde in een liedprogramma met het Nederlands Kamerorkest en was te horen op het Grachtenfestival, Festival Via Musica en OffSpring Festival (Nationale Opera). Recente rollen waren Apollo in Apollo e Dafne (Händel) met het Apollo Ensemble, Falke in Die Fledermaus (Strauss) met Domestica Rotterdam en Don Alfonso in Cosí fan tutte (Mozart) in een regie van Sybrand van der Werf. Met regisseur Mirjam Koen en pianist Jan Willem Passchier maakte hij een voorstelling van John Adams’ The Wound Dresser. Daarnaast schreef hij meerdere eigen voorstellingen en maakte hij met pianist Mark van Nispen afgelopen seizoen zijn debuut als liedduo met hun programma Sea Fever. Komend seizoen zullen Mark en Wessel meerdere keren te horen zijn binnen de programmering van Jonge Grote Zangers, het educatietraject van de concertserie Grote Zangers.

Dit seizoen is Wessel bij DNOA te zien als in Singer #7 in Transformations (Susa), Don Parmenione in L’occasione fa il ladro (Rossini), Eumete in Il ritorno d’Ulisse in patria (Monteverdi) en maakt hij zijn debuut in de Kleine Zaal van het Concertgebouw met Brahms’ Liebeslieder-Walzer. Zijn studie wordt ondersteund door een Excellence Scholarship van het Koninklijk Conservatorium Den Haag.