Kritisch denken – kernkwaliteit in complexe tijden.

Kritisch denken – kernkwaliteit in complexe tijden.

SDO Hogeschool leidt mensen op tot bedrijfskundigen. De kernkwaliteit van hun beroepsprofiel is hun kritisch vermogen zodat zij praktijksituaties kunnen doorgronden en effectief verbeteren.

Dit is bittere noodzaak in een wereld die in een exponentieel tempo verandert en waarin een oneindige toegang is tot informatie die niet altijd betrouwbaar is.

Je moet kritisch kunnen nadenken om het kaf van het koren te scheiden en om de feiten te achterhalen te midden van alternative facts. Kritisch vermogen is essentieel om de juiste vragen te stellen, aannames uit te dagen en jouw standpunten, argumenten en keuzes beter te onderbouwen.

In alle modulen die SDO aanbiedt wordt het kritisch vermogen gevormd – en zeker in het praktijkgericht onderzoek. Module P01 begint er zelfs mee, want voor je kunt gaan werken aan jouw kritisch denkvermogen, zul je eerst beter moeten begrijpen hoe ‘ons denken’ eigenlijk tot stand komt.

“You have two brains and they are really bad at talking to each other.”

Mark Manson (2019) Everything is f*cked

It takes two

In “Ons feilbaar denken” beschrijft Nobelprijswinnaar Kahneman de twee manieren waarop onze hersenen werken. Mark Manson heeft dit verhaal toegankelijk gemaakt en hij stelt het als volgt voor.
Het feelings brain is het deel van ons brein dat automatisch, instinctief en intuïtief werkt. Het feelings brain verwerkt voortdurend informatie en komt snel en moeiteloos tot zijn conclusies. Het probleem is dat het vaak onnauwkeurig en irrationeel is. Bovendien heeft het feelings brain de slechte gewoonte om overdreven en nauwkeurig te reageren.
Het Thinking brain vertegenwoordigt je bewuste gedachten, je vermogen om berekeningen te maken; te redeneren en verschillende opties te vergelijken en ideeën uit te drukken door middel van taal. Dit deel van het brein is nauwkeurig, onpartijdig en werkt methodisch en rationeel. Dit kost echter heel veel energie, waardoor het niet permanent aan het werk is. Het gaat pas ‘aan’ als daarom wordt gevraagd.  Het thinking brain is echter langzaam. Het vereist immers veel inspanning en energie en net als een spier moet het in de loop van de tijd worden opgebouwd en kan het vermoeid raken als het te zwaar wordt belast.

Beide systemen beïnvloeden elkaar. Het Feeling brain is lerend. Het kan zich op basis van patroonherkenning door het Thinking brain laten beïnvloeden en aanpassen.
Door middel van priming en framing ontstaan automatismen waardoor we niet meer hoeven na te denken over bepaalde zaken. ‘De lucht is blauw, hondenpoep is vies’. Dit zijn eenvoudige voorbeelden, naarmate de werkelijkheid ingewikkelder wordt is de kans groter dat we fouten maken, niet goed waarnemen en verkeerde conclusies trekken. Ons onvermogen leidt tot vooroordelen en vooringenomenheid en het is helaas onontkoombaar om onjuistheden voor waar aan te nemen.

Je kunt jezelf wel aanleren om dit gedrag te herkennen door middel van kritisch denken. Om je kritisch denkvermogen te verbeteren op je werk en je dagelijks leven is het belangrijk om je bewust te zijn van de volgende vijf dingen.

 

1. ‘Denk na over jouw morele overtuigingen’

Overhaast oordelen vanuit morele overtuiging is ook een boosdoener voor kritisch denken. Je ziet iemand en hebt direct je mening klaar. Het is niet erg om morele (geloofs)overtuigingen te hebben, je moet wel opletten niet direct te oordelen.

Mensen worden gevormd door culturele conditionering en de neiging bestaat om vanuit deze overtuigingen te reageren. Door bewust te zijn van deze morele overtuiging en hierover na te denken kun je voorkomen dat het teveel invloed heeft op jouw kritische denkproces.

2. ‘Daag je baas uit’

Dit hoeft niet letterlijk, maar het punt is: kritische denken is de situatie bevragen, aannames uit te dagen, de feiten af te wegen, en de bewijsvoering sluitend te krijgen. Autoriteit kan hierbij in de weg zitten. In veel hiërarchische organisaties is de baas (directeur, manager etc.) de bron van kennis en overtuigingen binnen het bedrijf. Wanneer je deze kennis en overtuigingen niet in twijfel mag trekken wordt het erg lastig om kritisch te zijn. Bij kritisch denken is bewijs meer waard dan autoriteit, zelfs als deze ingaan tegen de denkwijze van het management of de directeur.

3. ‘Denk niet zwart-wit’

‘Je bent het met mij eens, of tegen mij.’ Trump maakt dit heel bont, maar hij is niet de enige die de gewoonte heeft om dingen als absolute waarden te zien. Door zwart-wit te denken negeer je complexiteit en nuance en daarmee alle andere mogelijke uitkomsten en kansen. Dit zorgt ervoor dat je niet kritisch naar zaken kunt kijken en niet objectief oordeelt.

Het is een koude ochtend en je stapt een koffiezaak binnen. Je bestelt een koffie. Bij de eerste slok denk je gelijk…

  • Zwart-wit denker: Hè bah, de koffie is koud.
  • Kritische denker: Jammer, de koffie is niet zo warm.

Probeer jezelf af te vragen of je dikwijls in de zwart-wit modus schiet, of kritisch kijkt en uitlaat over een situatie.

4. ‘Zie verandering als iets positiefs’

Direct negatief reageren op nieuwe ideeën en overtuigingen die niet overeenkomen met die van jou ontstaan door weerstand voor verandering. Door die weerstand onder ogen te zien en kritisch te denken kunnen standpunten veranderen in ‘stondpunten’ en het kost moeite – met name van het ego – om van positie te veranderen.

5. ‘Denk niet teveel in hokjes’

We hebben de gewoonte om overal labels op te plakken. ‘Zij is een millennial, hij is een boomer’. Of erger” ‘kappers zijn homoseksueel, en programmeurs zijn nerds’. Labels dragen bij aan de gewoonte mensen over één kam te scheren en niet meer te letten op verschillen en nuances. Het hanteren van labels versterkt het oordelen vanuit vooroordelen en dit is niet bevorderlijk voor een kritische en genuanceerde houding.

In de eerste module ‘Persoonlijke effectiviteit’ van de opleidingen bij SDO Hogeschool besteden we hier uitgebreid aandacht aan. Door te leren hoe ons brein in elkaar zit kunnen we beter begrijpen hoe leervermogen, intelligentie, inzet en ervaring met elkaar samenhangen. Zo leren we kritisch kijken naar het gedrag en de beslissingen van onszelf en anderen.