2. www.economielokaal.nl
• Prijselasticiteit
– Op welke manier reageert de vraag op een
verandering van de prijs
– Ik moet de procentuele verandering van de
gevraagde hoeveelheid delen door de
procentuele verandering van de prijs
% QV
% P
3. www.economielokaal.nl
• Inelastisch
– Het antw ligt tussen de o en -1
– Consumenten zijn niet gevoelig voor een prijsverandering
– Ik moet de prijs verhogen, dan zal mijn omzet meer
worden
– Vaak noodzakelijke(primaire) goederen
• Elastisch
– Het antw ligt lager dan -1
– Consumenten zijn gevoelig voor een prijsverandering
– Ik moet de prijs verlagen, dan zal mijn omzet meer
worden
– Vaak luxe producten
5. www.economielokaal.nl
• Noodzakelijke goederen
– QV neemt procentueel minder toe dan het inkomen
(antw tussen de 0 en 1)
• Luxe goederen
– Qv neemt procentueel meer toe dan het inkomen
(antw groter dan 1)
• Inferieure goederen
– QV neemt af naarmate het inkomen toeneemt (antw
altijd negatief)
7. www.economielokaal.nl
Ruud verdient een inkomen van € 50.000 per jaar. Na
verschillende cursussen voor netwerkbeheerder
verdient hij per 1 januari 2010 in een nieuwe baan een
salaris van € 60.000. Vóór zijn inkomensverhoging
kocht Ruud voor het einde van het jaar 2 kg kaviaar.
Na zijn salarisverhoging besluit hij voor de
jaarwisseling 3 kg kaviaar te kopen.
a. Bereken Ruuds inkomenselasticiteit voor kaviaar.
b. Wat voor soort goed is kaviaar voor Ruud?
8. www.economielokaal.nl
Elasticiteit – algemeen
Een elasticiteit is een vermenigvuldigingsgetal tussen
twee procentuele veranderingen die een onderling
verband hebben.
%Δ oorzaak %Δ gevolg× E =
Voorbeeld 1
Wanneer de prijs van CD’s met 25% omlaag gaat, worden
er 40% méér CD’s verkocht.
%Δ prijs %Δ vraag× E =
-25% +40%-1,6× =
9. www.economielokaal.nl
Elasticiteit – algemeen
Een elasticiteit is een vermenigvuldigingsgetal tussen
twee procentuele veranderingen die een onderling
verband hebben.
%Δ oorzaak %Δ gevolg× E =
Voorbeeld 2
Wanneer het inkomen van mensen met 10% omhoog gaat,
gaan zij 20% meer uitgeven aan verre vakantiereizen.
%Δ inkomen %Δ vraag× E =
+10% +20%+ 2× =
10. www.economielokaal.nl
Elasticiteit – algemeen
Een elasticiteit is een vermenigvuldigingsgetal tussen
twee procentuele veranderingen die een onderling
verband hebben.
%Δ oorzaak %Δ gevolg× E =
Voorbeeld 3
Wanneer de rente met 5% stijgt, gaan mensen 20% minder
lenen.
%Δ rente %Δ vraag leningen× E =
+5% -20%- 4× =
12. www.economielokaal.nl
Het gaat om het vertrekpunt
Qv
prijs 10
20
30
40
50
200 400 600 800 1000
Qv = -20P + 1000
Epv = -4
Bereken bij elke
verandering de elasticiteit
Als de prijs van 40 naar 20
wordt verlaagd
Als de prijs van 40 naar 10
wordt verlaagd
Als de prijs van 40 naar 45
wordt verhoogd
Epv = -4
Epv = -4
Epv = -4
Bereken ook de elasticiteit als we de eerste prijswijziging
omdraaien: de prijs van 30 naar 40 wordt verhoogd Epv = -1,5
13. www.economielokaal.nl
Vertrekpunt – conclusie
Elke verandering vanuit een bepaald punt
(op een gegeven lijn) geeft dezelfde waarde
voor de prijselasticiteit.
De waarde van de prijselasticiteit wordt (bij
een gegeven lijn) bepaald door het
vertrekpunt!
14. www.economielokaal.nl
Elastisch – Inelastisch
Soms reageren mensen sterk op prijsveranderingen, soms
nauwelijks.
%Δ prijs %Δ vraag
× Epv =
-25% +40%-1,6
Een reactie is sterk wanneer de vraagverandering relatief
groter is dan de prijsverandering.
De prijselasticiteit is dan kleiner dan -1.
We spreken van een elastische vraag
× =
15. www.economielokaal.nl
Elastisch – Inelastisch
Soms reageren mensen sterk op prijsveranderingen, soms
nauwelijks.
%Δ prijs %Δ vraag
× Epv =
-25% +12,5%-0,5
Een reactie is zwak wanneer de vraagverandering relatief
kleiner is dan de prijsverandering.
De prijselasticiteit ligt dan tussen de 0 en de -1.
We spreken van een inelastische vraag
× =
16. www.economielokaal.nl
Elastisch – Inelastisch
Als prijs stijgt, gaat vraag omlaag!
Er is dus (altijd) een negatief verband, dus negatieve
elasticiteit.
0-1
elastische vraag inelastische vraag
%Δ vraag > %Δ prijs %Δ vraag < %Δ prijs
∞
sterke reactie op
prijsverandering
zwakke reactie op
prijsverandering
géén reactie op
prijsverandering
%Δ vraag = 0
volkomen
inelastisch
%Δ prijs %Δ vraag
× Epv =
17. www.economielokaal.nl
Elasticiteiten op een lijn
Bereken in elk punt de
waarde van de elasticiteit
Qv
prijs
10
20
30
40
50
200 400 600 800 1000
Qv = -20P + 1000
Epv = -4
Epv = -1,5
Epv = -0,67
Epv = -0,25
Als de prijs van 30 naar 20
wordt verlaagd
Als de prijs van 20 naar 10
wordt verlaagd
Als de prijs van 10 naar 0
wordt verlaagd
18. www.economielokaal.nl
Elastisch én inelastisch op 1 lijn
Eenzelfde absolute
verandering geeft in een
ander vertrekpunt een
andere relatieve (%)
veranderingen en dus
een ander elasticiteit.
Als de prijs met 10 daalt
• is dat -25% vanuit 40
• maar -50% vanuit 20
Qv
prijs
10
20
30
40
50
200 400 600 800 1000
Qv = -20P + 1000
elastische vraag
inelastische
vraag
-4
-1,5
-0,67
-0,25
19. www.economielokaal.nl
Elasticiteit en omzet
Relatief elastisch
De vraag gaat relatief
méér omlaag dan de
prijs omhoog
De omzet daalt!
Relatief inelastisch
De vraag gaat relatief
minder omlaag dan de
prijs omhoog
De omzet stijgt!
%Δ vraag > %Δ prijs %Δ vraag < %Δ prijs
Wat gebeurt er met de omzet van een bedrijf als
dit bedrijf de prijs verhoogt?
Als de prijs omhoog gaat, gaat de vraag omlaag.