'Zelfverzekerd maar niet chauvinistisch'

REPORTAGE MET HET EK VOETBAL KLEURT NEDERLAND WEER HELEMAAL ORANJE Ook buiten de sportieve hoogmissen heeft Nederland, onder meer op Schiphol, winkels die, jaar in, jaar uit, niets dan oranje spullen verkopen, van truitjes en petjes tot sokken en mokken. In België is zoiets ondenkbaar. In Nederland horen oranje en Oranje er altijd bij. Dat warme wij-gevoel lijkt de Nederlanders ingebakken.

Oranjegekte bij een Amsterdamse motorrijder.Joost van den Broek/Hol. Hoogte
© OranjeJopieJB1.jpg

Van onze redactrice



Belgen hebben de onuitroeibare neiging over hun 'landje' of over 'het kleine België' te spreken. Een Nederlander denkt er niet aan zich bij de kleintjes te scharen en vindt dat er naar zijn land hoort geluisterd te worden.

Dat wezenlijke mentaliteitsverschil is nog sterker tussen Nederlanders en Vlamingen. Nederlanders staan in grote meerderheid achter de symbolen en vertegenwoordigers van hun staat, zoals het Oranje koningshuis of hun strijdkrachten. Ze nemen hun soldaten au sérieux. In Vlaanderen daarentegen wordt zelden geschreven over de competentie waarmee Belgische soldaten opdrachten uitvoeren. Maar de kleinste misstap wordt gretig uitgesmeerd.

'De Nederlanders staan op een andere manier in de wereld, omdat ze van oudsher veel zelfbewustzijn hebben meegekregen. Ze hebben een houding van: hier ben ik, en omdat ik besta wil ik ook gehoord worden', zegt de Vlaamse filosoof Paul Wouters die al 25 jaar in Nederland woont en de verschillen tussen Noord en Zuid ontleedt. 'De Belg daarentegen stond lang vanuit een situatie van onderdrukking in de wereld en vindt het niet zo vanzelfsprekend dat hij gehoord wordt. Hij heeft een zwak ontwikkeld gevoel van identiteit.'

De Nederlandse zelfverzekerdheid verschilt niet alleen van de 'belgitude', maar ook van de verkramptheid die Vlaanderen zo vaak aan de dag legt. En terwijl de Vlamingen het vaakst Tien voor Taal wonnen, en naar verluidt betere scholen hebben, valt toch op hoeveel mondiger en radder van tong de Nederlander is.

Dat komt natuurlijk omdat Nederlanders al eeuwen in hun taal leven en leren en werken. Maar daarnaast speelt ook de intellectuele software van de dominerende religieuze traditie - calvinistisch in Nederland, katholiek in België - een rol.

Wouters: 'Het protestantisme is meer een godsdienst van het woord. Het lezen van de bijbel speelt er een belangrijke rol in. Dat is bepalend geweest voor het feit dat Nederlanders meer lezen, meer zingen, en meer een schriftcultuur hebben dan Vlaanderen. In het katholicisme telde vooral het woord van de pastoor, van de kerk. Dat correspondeerde met een meer autoritaire, op een klassieke machtsstructuur gebaseerde samenleving. In het protestantisme is iedereen persoonlijk verantwoordelijk ten opzichte van God. Het is individualistischer en democratischer.'

Die invloeden zijn merkbaar. Nederland is het land van het 'breed maatschappelijk debat', van de principiële stellingnames. Dat heeft zijn goede kanten, onder meer de zorgzame beleidsvoorbereiding, daar waar in België vaak eerst beslist wordt en men daarna wel ziet waar men uit komt. 'Nederlanders zijn plannenmakers, Belgen zijn plantrekkers' is een cliché waarin een grond van waarheid schuilt.

Met hun vermanend morele vingertje kunnen onze noorderburen hun partners wel op de zenuwen werken. Maar ze demonstreren niet het soort nationale trots waarmee Fransen over la France en la culture française spreken. Ze doen eerder geringschattend over hun taal en cultuur.

'De Fransen zijn chauvinistisch', zegt Wouters. 'De Nederlanders zijn dat niet, maar ze hebben een enorm wij-gevoel. Dat is wat in die oranjekleur tot uiting komt. Nu het EK voetbal bezig is zie je hele wijken die compleet in die kleur zijn aangekleed. En dat oranje wordt aan het koningshuis gehaakt, en aan de traditie waar het voor staat: het “wij-met-elkaar,. Dat zijn toverwoorden in Nederland: met elkaar. Het mooie is dat dit Oranjegevoel in toenemende mate ook doorsijpelt naar Marokkanen en Turken van de tweede en derde generatie, en helemaal naar de Surinamers. Het werkt aanstekelijk.'

'De Nederlanders zijn overigens de beste supporters ter wereld. Om te beginnen herken je ze overal. En daarnaast zijn ze overal ter wereld massaal aanwezig en moedigen ze, met name op Olympische Spelen, hun sportlieden tot ongekende prestaties aan. Belgische supporters daarentegen zie je nauwelijks.'

Dat geldt niet alleen voor supporters, men ziet gewoon veel meer Nederlanders overal ter wereld. De wereld is hun oester, terwijl de Belg veel meer honkvast is.

'Nederlanders zijn veel mobieler, ook in eigen land', beaamt Wouters. 'Een Belg heeft een dubbel ideaal. Hij wil voor een stevig, mooi bedrijf werken en daar blijven. Op het gebied van ondernemerschap scoort de Belg even laag als de Japanner wiens droom het ook is een salary man te worden. In Nederland heb je veel meer ondernemerschap.'

'Daarnaast zijn de Nederlandse werknemers er veel minder gehecht aan één werkgever. Ze vinden het vanzelfsprekend af en toe te veranderen, ook als ze daardoor in een andere hoek van het land of in het buitenland terechtkomen. Dat verschil hangt ook samen met de wooncultuur. Belgen willen een eigen woning bouwen en investeren daar heel veel in, ook emotioneel. Als die woning daar staat, dan is dat hun paleis, en dan gaan ze dat niet verkopen en aan een nieuw beginnen. De Nederlander heeft bijna nooit zelf gebouwd. Hij heeft een huis gekocht, en hij vindt het niet erg dat na een paar jaar weer te verkopen en elders te kopen.'

'Als je aan Belgische mensen van een jaar of dertig, veertig vraagt hoe ver ze van de eigen geboorteplaats wonen, dan wonen de meesten nog binnen een straal van tien tot twintig kilometer rond hun ouderlijke woning.'

Die honkvastheid, die zoveel Vlamingen kenmerkt, staat haaks op de zeevarende traditie van Piet Heins erfgenamen.



Aangeboden door onze partners
Binnenland
Buitenland
Cultuur en media
Biz
Opinies
Sport

Niet te missen